De openbare ondergrondse parkeergarage in de voormalige Laakhaven, Den Haag, (1.400 plaatsen) heeft de vorm van een 350 meter lange tweelaagse tunnel tussen de Rijswijkseweg en het Leeghwaterplein.
De garage ontsluit het gehele gebied dat daarmee verkeersluw werd en een nieuwe bestemming kreeg als stadspark. De garage was de eerste in Nederland die via een tunnelventilatiesysteem zo ‘open’ en sociaal veilig kon zijn. Ook was het een van de eerste garages die als ontwerpopgave werd opgevat. Hoewel het dak van de tunnelgarage onder water staat is de garage zelf uitgevoerd als een soort polder. De zijwanden reiken tot een vrijwel waterdichte ondergrondse kleilaag en vormen samen met deze kleilaag een gesloten kuip. De onderste parkeerlaag, die ruim zeven meter onder NAP ligt, heeft een bestrating van betonklinkers. Omdat de garage net als een ‘echte’ tunnel wordt geventileerd met behulp van aanjagers heeft hij ‘gestroomlijnde’ plafonds. Waar de garage onder een van de onderwijsvleugels van de Haagse Hogeschool doorloopt is hij plaatselijk voorzien van een imposante ondersteuningsconstructie.
|
De voor deze constructie benodigde extra verdiepingshoogte is benut om een brede lichtspleet te maken. Deze lichtspleet biedt vanuit de garage een onderaanzicht op de waterval naast de ‘waterzebra’, een onderdeel van het Haagse Hogeschool plein. De V-vormige kolommen in de garage zijn ontstaan als een pragmatisch constructief 'verloopstuk' tussen het kolomstramien van de bovengrondse onderwijsvleugel en het parkeerstramien in de garage. Door geen afzonderlijke parkeergarage voor de Haagse Hogeschool te maken maar een grote openbare garage voor het hele Laakhavengebied is voldoende ‘draagvlak’ gecreëerd om de garage lang open te houden en te voorzien van permanent aanwezige bewaking. Na het parkeren van de auto kunnen automobilisten niet zoals gebruikelijk via een lift rechtstreeks in het pand van hun bestemming verdwijnen maar moeten zij eerst een stukje door de openbare ruimte lopen, dit omwille van levendigheid en sociale veiligheid.
|
